Lees hier het interview met Björn Bleumink en Kerstin Tresselt van architectenbureau BDP. over het Metropolis Lyceum; onze nieuwe school die nu wordt gebouwd aan de Meidoornweg.
Het motto van Metropolis Lyceum is ‘Midden in de wereld’. Hoe heeft het motto invloed gehad op het ontwerp van de school?
Björn: “Dat zit hem in de verschillende schaalniveaus. Het concept is klein binnen groot. Van de centrale ontmoetingsplek, naar een zone, naar het klaslokaal, naar een plek om je terug te trekken. Leerlingen hebben de keuze om reuring op te zoeken, maar hebben ook de mogelijkheid om de rust op te zoeken en om even alleen of in een klein groepje te werken. Als je midden in de wereld staat, kun je alleen goed gedijen als je de keuzemogelijkheid hebt om je daaraan te onttrekken. Want als je altijd midden in de reuring en dynamiek staat, kun je op een gegeven moment ook overprikkeld raken. En dan is het fijn als je de keuze hebt om je even terug te trekken in een rustiger plek.”
Kerstin: “Het schoolgebouw heeft een fietsenkelder en vier etages. De aula, het centrale ontmoetingspunt op de begane grond, is de sociale hotspot van deze school. Dat is de plek die alle leerlingen met elkaar verbindt. Dat is ook de plek waar mensen uit de buurt bij de school betrokken kunnen worden. Want de school heeft een heel prominente plek in Noord. De verbinding van het gebouw met de omgeving is cruciaal. Dus in die zin staat het gebouw ook Midden in de wereld en heeft het korte connecties met de buurt en met de creatieve industrie in Amsterdam-Noord.
De etages zijn ingedeeld in zones. Elke zone bestaat uit twee groepen van vier lokalen, waar ook vakoverstijgende lessen gegeven kunnen worden. Binnen zo’n zone is er ook een soort huiskamer ingericht; een ruimte om in kleine groepjes samen te werken of apart met een opdracht bezig te zijn. Zo kunnen leerlingen dus zelf kiezen of ze midden in de wereld willen staan of even aan de rand.”
Kun je iets vertellen over BDP. in samenhang met Midden in de Wereld
Björn: “In onze studio in Rotterdam werken mensen met negen nationaliteiten en er worden elf talen gesproken. Dit verrijkt ook mijn wereld. Het was dan ook een bewuste keuze om bij BDP. te gaan werken. BDP. komt van oorsprong uit het Verenigd Koninkrijk. In 19 studio’s verspreid over de hele wereld werken zo’n 1.300 collega’s. Ik schat in dat we samen zo’n 55 verschillende nationaliteiten hebben. En aan dit project hebben vanuit onze studio in Rotterdam niet alleen architecten gewerkt, maar ook stedenbouwkundigen en landschapsontwerpers. En dan uit Nederland, Polen, Italië, Duitsland, Turkije, Portugal en Bulgarije. Midden in de wereld dus!”
Hoe hebben jullie de behoeften van zowel leerlingen als docenten meegenomen in het ontwerp?
Björn: “Tijdens het ontwerp hebben we een aantal workshops gehad met docenten. Waarbij we met elkaar hebben bekeken waar behoefte aan was. En gevraagd hoe er per zone wordt samengewerkt. Ook de inrichting van de praktijklokalen is met de docenten samengesteld. Hoeveel leerlingen werken er aan een eiland? Willen ze alleen maar werktafels of ook proefruimtes? In het Techlab is er daardoor bijvoorbeeld een andere kleur voor een stuk van de vloerafwerking gekozen, zodat er met robots gewerkt kan worden. Ook de kleuren en het materiaal van het interieur zijn met de docenten afgestemd.
De leerlingen hebben mogen meedenken met het vormgeven van de aula. Dit was een speciaal project binnen het Praktijk Gerichte Programma (PGP) voor havo 4. Met de resultaten van dit project hebben we de inrichting verder vormgegeven.”
Hoe zie je de rol van architectuur in het bevorderen van een inspirerende leeromgeving?
Kerstin: “Dat is een grote rol. Als architect moet je goed nadenken over variëteit in plekken in het gebouw. Zodat leerlingen zich op hun gemak voelen. Als dat zo is, presteren ze beter.
We geven de leerlingen ook de kans om hun eigen leeromgeving aan te kleden en zichtbaar te maken. Om ze mede-eigenaar van het gebouw te maken en zo de betrokkenheid te vergroten. Dat hebben we onder andere gedaan door ruimte te maken voor etalages en vitrines. Hierin kunnen de leerlingen of docenten dingen tonen; projecten of vakinhoudelijke materialen.”
Björn: “In het gebouw wilden we ook het onderwijs zichtbaar maken. In de doe-, maak- en experimenteerruimtes. Deze zijn heel transparant. Daarom liggen ze ook aan de kant van het Hagedoornplein, op het noordoosten, dus daar heb je weinig last van zoninstraling. Vanuit de school kun je het onderwijs in deze ruimtes zichtbaar maken. Zo zie je bijvoorbeeld de 3D-printers en het start-up lab. Maar ook naar buiten toe. Door de etalages krijgen de buurtbewoners en passanten ook een idee van wat er in de school gebeurt.
Er is veel ruimte voor samenwerken, wat heel erg past binnen het daltononderwijs. De ruimtes zijn flexibel vormgegeven, maar wel via een duidelijke structuur binnen het gebouw.”
Welke duurzame en milieuvriendelijke elementen zijn geïntegreerd in het gebouw?
Kerstin: “Het hele gebouw is duurzaam ontworpen en zo min mogelijk milieubelastend. De gevel is parametrisch ontworpen, met verticale lijnen die wij vinnen noemen. Per gevel hebben die vinnen een andere diepte, zodat ze zoninstraling weren, maar wel veel daglicht toelaten. Dit bespaart op het energieverbruik. Daarnaast zijn de gevels goed geïsoleerd, zodat de warmte in de winter in het gebouw blijft.
Ook worden er natuurlijk zonnepanelen geplaatst. Onder die zonnepanelen zitten kratten waar regenwater in opgeslagen kan worden. Na een stortbui, die tegenwoordig steeds vaker voorkomt, wordt dat regenwater dan geleidelijk afgegeven aan het gemeentelijk riool.”
Björn: “Vanuit de school die hier voorheen stond, is een deel van de staalconstructie geoogst. Dit staal is opnieuw berekend en getest en door de aannemer ontdaan van chroom6 en verf. Nu is het weer als nieuw en wordt het hergebruikt in de huidige staalconstructie. En uit de oude gymzalen zijn plafonds geoogst. Deze worden op diverse werkplekken binnen de school weer toegepast als plafonds.
Een deel van de constructie is van hernieuwbaar hout. Dit zijn de houten vloeren aan de kant van het Hagedoornplein. Dit hout is lichtgewicht, slaat CO2 op en makkelijk te monteren. Daarnaast ziet het er ook nog eens supermooi uit. Daarom heeft het voordelen ten opzichte van betonnen vloeren. Die natuurlijk ook nodig zijn om de constructie voldoende sterkte en stabiliteit te geven.”
Waar ben je het meest trots op?
Björn: “Het hele gebouw is heel bijzonder en staat op een prachtige locatie. Het is op alle aspecten doorontworpen om duurzaam en toekomstbestendig te zijn. Dat zie je ook terug in het gebouw. Geen enkele keuze is puur om alleen mooi te zijn. Er zit altijd een duurzame of functionele achtergrond aan, opgezet door het hele ontwerpteam, samen met het ROCvA en het VOvA als opdrachtgever, en ICS Adviseurs en Aannemingsmaatschappij Hegeman. Het is heel fijn dat alle partijen al vanaf de start van het project samenwerken. Het hout had bijvoorbeeld een lange levertijd, maar omdat de aannemer al vroeg betrokken was, kon dit op tijd besteld worden. Ook werken we fijn samen met Pieters Bouwtechniek en Adviesbureau Sijperda Hardy voor de elektrotechnische en werktuigkundige installaties.
Het is ook altijd heel goed om op de bouwplaats te lopen. Als we daar met ons team van jonge ontwerpers zijn, zeg ik dat ook altijd: “Let op de dynamiek op de bouwplaats, want de vakmensen daar moeten gaan bouwen wat jij bedenkt. Jij moet goed uitleggen op tekening met schetsen en details hoe zij het moeten maken. En dat is een heel verantwoordelijke rol. Want er zijn soms wel 200 vakmensen op een bouwplaats, die allemaal hun brood moeten verdienen en met plezier hun werk moeten uitvoeren. En dat moet je je altijd realiseren.”
Kerstin: “Het gebouw is in 2022 genomineerd voor een WAN (World Architecture News) Future Project Award. Een internationale prijs voor beste architectuurgebouwen in de categorie Onderwijs. Helaas hebben we niet gewonnen, maar deze nominatie was al heel bijzonder voor een gebouw dat nog niet gerealiseerd is. En daar zijn we als team natuurlijk heel trots op!”